De egel is een nachtdier, en een carnivoor (vleeseter). Een volwassen egel heeft ongeveer 8000 stekels. Na een jaar valt een stekel uit en wordt hij vervangen.
Egeltjes worden blind en doof geboren met kleine witte stekeltjes.
Egels zijn altijd alleen op stap, zonder vaste partner. Ze kunnen ook zwemmen.
Een egel kan in één nacht wel veertig huisjesslakken eten, maar hij krijgt diarree van een schoteltje melk.
Een egel rolt zich op met zijn kringspier.
Hij heeft een zesde zintuig: het orgaan van Jacobson, waarmee hij nieuwe luchtjes onderzoekt.
In de winter daalt zijn temperatuur van 35,5 naar zo’n 5 graden.
Een egel kan behoorlijk snurken, snuiven, snuffelen en smakken. Of ie dat ook in zijn winterslaap doet…?
Een egel ziet slecht, maar reuk en gehoor zijn des te beter.
Egels kunnen tien jaar worden, helaas halen ze meestal maar vijf (slakkengif, verkeersslachtoffer).