Ik bezocht een vriend in Westeremden, Ben. We liepen door zijn tuin. Het had al weken niet geregend. De klei was gebarsten en tussen die barsten als van beton. De oostenwind blies de vruchtbare fijne deeltjes van de toplaag naar de buren. Toch stond alles er fris bij. Gieten deed hij nog maar niet. Hoe zat dat? Ben wees naar een sensor die met een pen in de aarde stak. Binnen, in de woonkamer, lazen we op een beeldscherm de gegevens die de sensor doorgaf. De bodemvochtigheid was nog ruim boven de 90%!
Hoe houdt een plant zijn rug recht? Wíj hebben dat niet, maar planten wel: celwanden. Neemt een plant water op dan vult die zijn cellen. In de cel ontstaat dan van binnenuit druk op de celwand. De druk van alle celwanden bij elkaar geeft de plant zijn spanning. Zoiets. Krijgt de plant geen vocht genoeg vermindert de druk in de cel en ga je slappe bladeren zien.
We geven vaak te vroeg water. Vertrouw op klei. Je tuin kan er droog uitzien, onder het oppervlak zit vaak nog veel vocht. Kijk naar je plant, staat die er kek bij geef dan geen water. Hangt-ie slap, kijk het even aan, vaak trekt het in de loop van de avond of nacht weer bij (pompoenen zijn daarvan een mooi voorbeeld).
En we geven graag te vaak water. Vertrouw je het niet, en wil je iets doen voor je plant, geef een flinke plens ineens en dan een poos niets. Vermijd kleine beetjes met korte tussenpozen. Daarmee verwen je je plant, die het makkelijke water pakt en oppervlakkig zal wortelen.
En dus vertrouw op je plant. Bij droogte tasten ze dieper met hun wortels. In een gezonde bodem gaan planten allerlei soorten van samenwerking aan met schimmels, die met hun myceliumdraden vocht leveren in ruil voor suikers.
Verdroging kun je tegengaan door:
- Te schoffelen. Daarmee verbreek je de verticale poriën in de bovenlaag zodat er door die poriën even geen vocht verdampt.
- De bodem tussen je planten bedekt te houden met wat er maar aan organisch materiaal voorhanden is (probeer het eens met kroos uit de sloot, altijd voorradig). Alles mag. Stro, grasmaaisel, het bonen-, bieten-, aardappelloof enzovoort dat je buurman zo onnadenkend naar de centrale composthoop brengt. En de onkruidzaden dan? Die komen ook door de lucht wel langs, vooral van grassen, die windbloeiers zijn. En schoffelen moet je toch. Behalve als je alles mulcht, dat scheelt.
- Compost te gebruiken. Een bodem met een hoog organisch stofgehalte houdt meer vocht vast.
Geef bij voorkeur ’s morgens vroeg water, of anders ’s avonds – dat laatste heeft als nadeel wel dat je een hele nacht een vochtig milieu creëert, ideaal voor de arme slak die zich schuilhield tegen de droogte.
Voor de schaal waarop wij tuinieren is de gieter ideaal. Je loopt naar de sloot en vult je gieter. Tien liter in elke hand (dat loopt lekker). Die je dan met beleid en zuinigheid over je tuin verdeelt. Met een gemotoriseerde pomp uit de sloot en een douchekop op de slang is het lastig maat te houden: zulk gemak werkt verspilling in de hand.
Ondertussen zal het wel flink geregend hebben. En toch wordt almaar droger (bij gemiddeld meer neerslag). Welke nieuwe gewassen kunnen we telen?
Bert